De achtergrond

Tijd om weer eens iets te doen aan de achtergrond. De achtergrond wordt geplakt op een paneel dat ik aan de achterkant van de baan omlaag kan laten zakken, maar ook weer weg kan halen. Dan kan ik, als de baan verzet wordt en de achtergrond verwijderd, aan de achterkant van de baan werken. En ook op mijn gemak aan de achtergrond werken, zonder dat de voorgrond in de weg zit.

Hier is het achtergrondpaneel verwijderd (alle andere panelen trouwens ook). Zo kan ik mooi langs de achterkant van de modelspoorbaan werk aan onder andere de achtergrond.

Eerst een paneel maken dus dat je netjes langs de achterkant kunt laten zakken. Op de achtergrond had ik eerst een achtergrondfoto van Faller geplakt zitten, maar die was niet in de goede schaalgrootte. Vanaf de weg in N-schaal keek je zo tegen een grasveld op de achtergrondfoto aan, dat bestond uit grassprieten die in die schaal wel elk anderhalve meter lang en veel te dik leken. Niet goed dus. Die achtergrond heb ik weer verwijderd. Ik heb een nieuwe achtergrond van Faller gebruikt. Bij nader inzien was die ook niet goed. Om te beginnen verbeeld Molendal een plaatsje ergens tussen 1920 en 1950. Op de achtergrond waren, als je het wist, grote industriele gebouwen te zien en zelfs een kerncentrale die in dat tijdvak niet thuis horen. Bovendien was die achtergrond zes centimeter te kort. Dat compenseren door het landschap zes centimeter op te hogen met bomen of zo is niet realistisch. Dus die achtergrond heb ik ook weer verwijderd.

De modelspoorbaan staat tijdelijk even op een tafel, dan kan ik langs de achterkant het achtergrondpaneel weghalen en vlak neerleggen waar de baan normaal staat. Hier ben ik bezig met het verwijderen van de achtergrondfoto poging nummer twee.

Dat verwijderen is een klus op zich, dat moet heel zorgvuldig gebeuren. Net als het plakken van de achtergrondfotoos zelf. Ik heb dat gedaan met behangplaksel. Daarmee moet je erg oppassen voor luchtbellen, want de achtergrondfoto neemt wat vocht op. De fotoos van faller hebben een rug van wat zachter papier, maar een laag met opdruk die vrij stevig is. Mooi, want dan kan je, heel voorzichtig, de opdruk los trekken van de achtergrond. Dat heb ik nu twee keer gedaan en heel veel geschuurd. Schuren om de luchtbellen weg te krijgen en alles netjes vlak te krijgen. Nu zit er een laag lichtblauwe verf op. Ik heb een nieuwe (ja, alweer mijn derde) achtergrond van Volmer klaar liggen. Ik weet nog niet of ik die ga gebruiken, want de blauwe verf pakt redelijk goed uit. Eens kijken wanneer ik klaar ben met schilderen.

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Purschuim, de draagconstructie voor het landschap

Nu de techniek op een haar na geveld is, wordt het tijd om me druk te gaan maken over de bouw van het landschap. Ik heb besloten dat een ondergrond van purschuim met een klein laagje gips er overheen het beste is. Purschuim is licht, stevig, makkelijk te bewerken en een goede ondergrond voor de afwerklaag van gips. Dus we beginnen met het purschuim.

Na het spuiten, nog voor het bijsnijden, lijkt alles één grote witte klodder. Dat komt na het bijsnijden weer goed.

De eerste stap is een soort “containers” maken voor het purschuim dat je wilt spuiten. Ik wil niet de hele boel onder spuiten met schuim, want als het eenmaal gehecht is krijg je het moeilijk weg. De “containers” moeten er voor zorgen dat het gespoten schuim niet komt op plekken waar je het niet hebben wilt, zoals op rails en binnenin tunnels en zo. Bovendien probeer ik de boel wel een stevige ondergrond te geven, maar niet een overdaad aan materiaal te gebruiken. Vergelijk het met afplakken voordat je grote oppervlakken gaat schilderen: Bescherm delen die je schoon wilt houden met een overlap aan bijvoorbeeld papier of plastic. Purschuim zet flink uit na het spuiten met een kleine kracht. De “containers” hoeven dus niet compleet gepantserd te zijn, maar ze moeten wel een zekere stevigheid hebben. Een klein lek mag best, maar lekken moeten niet zo groot zijn dat al het materiaal bij het spuiten weg lekt. Denk vooral ook aan het afschermen van rail, tunnelmonden en tunnels. Ook moeten de containers elk een paar aanhechtpunten hebben voor het schuim, zodat het ergens aan vast komt te zitten en niet los van de constructie af valt.

Ik moet er rekening mee houden dat het landschap in delen verwijderd moet kunnen worden om later nog bij gestrande treinen en kapotte techniek te moeten kunnen. Ik moet er dus voor zorgen dat ik het purren ook in delen doe, die niet aan elkaar vast gepurd zitten. Een stevig kartonnetje tussen de te spuiten delen is al genoeg om te voorkomen dat alles aan elkaar vast komt te zitten. Wel iets om rekening mee te houden!

Dan het spuiten zelf. Zorg dat je wegwerp handschoenen aan hebt en de vloer beschermt, want misschien ga je knoeien. En het is venijnig spul om van ongewenste plekken weg te krijgen. Maak de oppervlakken waar het schuim aan moet hechten zo goed mogelijk stofvrij, anders hecht het schuim niet. Check nog even of alle oppervlakken waar het schuim niet aan moet hechten goed zijn afgedekt. Spuit in alle hoeken en gaten binnen je containers en werk zo van binnen naar buiten, zodat je solide massa’s schuim krijgt als het spul uithardt. Het harden gaat vrij snel totdat het niet meer wegvloeit, maar ook weer niet zo hard dat je al te hoge dingen kunt spuiten zonder dat ze uitlopen. Even experimenteren dus. Het spul zet flink uit, maar spuit maar lekker royaal, bijsnijden komt later. Hier en daar zal het misschien weglekken uit de containers: Probeer die dingen die je schoon wilt houden ook schoon te houden, maar weglekken of uitzetten buiten het bedoelde gedeelte is niet heel erg, bijsnijden komt later. Ik heb een stuk of vijf kleine spuitbussen leeg gespoten. Het is vaak moeilijk om een aangebroken spuitbus na een aantal dagen opnieuw te gebruiken, dus ik spuit liever een aantal kleine bussen leeg dan dat ik na een paar dagen een halfvolle grote spuitbus moet weggooien omdat de spuitmond verstopt zit.

En dan uit laten harden. Geduld is een schone zaak, zeker als je “diepe” containers hebt gemaakt. Aan de buitenlucht hardt het spul snel uit, maar binnenin kan het nog lange tijd klef blijven, en dan kan je moeilijk snijden. Rustig afwachten dus, ik hou minimaal 48 uur aan.

En dan ziet het er allemaal uit als een grote witte klodder, zie de foto. Niet erg, komt goed. Tijd om bij te snijden. Voor het bijsnijden zijn geen dure gereedschappen nodig: Ik gebruik een nieuw aardappelmesje van de supermarkt, twee voor een euro. Bijsnijden gaat in twee etappes: Functioneel en visueel.

In het functionele bijsnijden haal je zoveel purschuim weg als nodig is om alles weer werkend te krijgen en die delen die je schoon wilt hebben weer schoon te krijgen. De treinen moeten weer kunnen rijden, ongehinderd door klodders pur. Dat geldt ook voor de autoos en natuurlijk moeten alle tunnels (weer) vrij zijn. Snij alleen zoveel weg als nodig is om de boel weer werkend te krijgen, maar niet meer dan dat. Laat zoveel mogelijk schuim zitten.

Dan komt het visuele tweede deel van het bijsnijden, het creatieve gedeelte. Snij van het purschuim dat nu nog resteert een mooi landschap. Zorg er voor dat je de blikvangers straks weer kunt zien, dat er horizontale vlakken zijn waar later gebouwtjes op kunnen komen te staan, dat er weggetjes zichtbaar worden, dat verticale vlakken gereed zijn voor het beplakken met muurplaten of rotswanden, dat soort dingen. Laat je fantasie de vrije loop en snij een mooi landschap uit. Let er op dat alles nog niet perfect hoeft te zijn. Gaatjes mogen nog, niet alles hoeft perfect aan te sluiten. Het purschuim is immers niets meer dan een (solide) drager voor de dunne laag gips die er nog overheen moet. Hou er dus ook rekening mee dat alles nog een paar millimeter dikker zal worden.

Een heel gedoe, maar het geeft wel veel resultaat in weinig tijd. En dus voldoening. Leuk dus. En zo is de draagconstructie voor het landschap gereed.

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Achtergrond

Na wikken en wegen is er nu een achtergrond. Eerst had ik er eentje die niet mooi genoeg op schaal was, deze is beter. Zoals eerder: Uithuilen, afpellen en afschuren en opnieuw beginnen. Dit is het geworden. Alhoewel als je goed kijkt op de achtergrond ergens een kerncentrale te zien is, maar goed.

Ook het landschap aan de achterkant begint vorm te krijgen. Dat wordt een statisch landschap, dat “vast zit” aan de rest van de baan. De overige landschap delen worden verwijderbaar, zodat ik ook nog eventueel bij gestrandde treinen kan. Dat landschap aan de achterkant hoeft niet verwijderd te kunnen worden. De achtergrond zelf is wel verwijderbaar, dus ik kan altijd nog van achteren calamiteiten bestrijden, ook als het landschap blijft zitten. De weg onder de brug is nu ook zichtbaar geworden en het wegverkeer wordt over een splinternieuwe brug geleid. Een heel mooi gezicht. Wel een hoop werk om alles keurig werkend te krijgen.

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Het wegverkeer komt op gang

Maar dat heeft wat moeite gekost. Ondanks de testbank blijkt testen, testen, testen en nog eens testen nodig. De servo’s moeten zorgvuldig geprogrammeerd, de magneetjes die de reed contacten in de weg moeten triggeren moeten op precies de goede plek in het voertuig geplaatst worden. Dat blijkt echt millimeterwerk of nog nauwkeuriger te zijn. Dan blijken de reed contacten, die je in de magneetstrip hebt gestopt, toch eigenlijk naast de magneetstrip te moeten komen. Anders is de magneetstrip onderbroken en ontspoort het voertuig. Dus alles opbreken en opnieuw beginnen. En weer van voor af aan beginnen.

Ook het gedeelte bij het station had wat aandacht nodig. Een bocht was te krap, de servo zat net op de verkeerde plek en toch wilde je eigenlijk een andere route. Dus ook hier: uithuilen en overnieuw beginnen.

Voor wat betreft het wegdek is het elke keer een kwestie van uitzagen uit 3.6mm multiplex. Dan de route uit tekenen. Er niet tevreden over zijn. Wegschuren, nog eens uitmeten. Denken aan de minimale radius. Nog eens uittekenen. Dan, als de route mooi genoeg is en geen bochten met te kleine radius bevat, een sleuf frezen voor de magneetstrip. Dan de magneetstrip inlijmen met bison kit. Dat blijft aan alle kanten aan je vingers kleven. Een dag laten drogen. Dan vulmiddel er over heen om te egaliseren. (Uit ervaring weet ik dat als je de bisonkit te kort laat drogen het vulmiddel ook niet mooi wordt.) Dat ook weer een dag laten drogen. Daarna glad schuren en grijs spuiten. Weer een dagje drogen. En dan heb je een wegdek.

Het hele landschap komt als het ware los op de baan te liggen, zodat het in geval van nood in zijn geheel verwijderd kan worden. Dan kan je bij de techniek komen bij ontsporingen en onderhoud. En er komen in dat landschap ook nog luiken op plekken waar je vaak moet wezen, zodat je niet voor elk klein klusje het hele landschap moet optillen.

Maar het resultaat is er naar. Zie hierboven de foto. In het midden zie je het dal. Als referentie heb ik het half afgebouwde station er alvast in gezet. In het dal de lus voor wegverkeer voor het station langs. En rechts de passeerplaats.

In meer detail: Hier staat de bus stil voor het station. De gele vrachtwagen staat hier stil op de passeerplaats. De lus is eenrichtingsverkeer. De verbindingsweg is tweerichting verkeer, maar enkelbaans. Dus die passeerplek, daar moeten de autoos netjes op elkaar wachten. Dat gaat keurig geregeld worden door een stukje electronica. De electronica is geprogrammeerd en getest op de testbank. Hier ligt de electronica die nog ingebouwd moet worden voor het station.

Kwa route vind ik het op deze manier wel mooi in het dal. Niet al te veel rechte stukken, de auto is leuk in beeld. Zo kan ik er nog een mooi landschap omheen maken. Het dal moest van mij zo laag mogelijk onder de brug. Zo ziet de brug en erg groot en hoog uit en de autootjes en het landschap er onder klein.

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Het treinverkeer is nu redelijk robuust

De brug zit er nu goed in. De rail in de helixen is zodanig bijgesteld dat de ontsporingen nu niet meer zo vaak voor komen. De hellingen in de helixen zijn zodanig afgesteld dat er voldoende geklommen wordt en toch niet te steil zijn voor de treinen. Daarmee was de tijd gekomen om de helixen te fixeren. Er zijn in elke helix aan de binnenzijde vier houten staken gelijmd. Aan die staken zijn houten uitleggers gelijmd, die op hun beurt weer aan de helix gelijmd zijn. Elke omwenteling zit zo vier keer verlijmd en is voldoende gefixeerd. Daarna zijn de schroefdraden er uit gehaald, die waren alleen maar nodig voor het goed in de hoogte stellen van de helixen. Na verwijdering van de schroefdraden en verlijming blijken de helixen erg stabiel en rigide te zijn. Mooi zo.

Ook het opstelterrein en de blokbeveiliging blijken goed te functioneren. Blokbeveiliging in de helixen is nog steeds buiten gebruik, de rijstroom is tijdelijk aangesloten om testritten mogelijk te maken. Dus nog een leuk klusje te gaan.

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

De brug zit er in

En dat is best een heel gehannes. De brug zelf is nogal groot en fragile. In ware grootte waarschijnlijk minder een issue, met al die stalen balken. Maar in 1:160 worden die stalen balken fragiele staakjes. Dus het was een puzzeltje om er achter te komen hoe je de brug precies op de goede plek, hoogte, breedte, en op de juiste punten stevig ondersteund, onder de rail te krijgen.

Maar alles bij elkaar best een mooi gezicht. De eerste proefrit over de brug moet nog plaatsvinden, want ik wil eerst alle gelijmde delen goed laten uitharden. En dan zit het eerste deel van het landschap op zijn plek.

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

De gesloten lus, nog een keer

Tja, zo snel gaat dat allemaal niet. Bij de testritten bleken er nog te vaak ontsporingen op te treden. Dus testen, testen en nog eens testen. Blijkt dat het leggen van de rail toch een veel secuurder werkje is dan ik dacht toen ik de wokkels aanlegde: Er traden nog vaak ontsporingen op. Dat is vaak te verhelpen door hier en daar wat bij te buigen, en weer opnieuw … testen! Er zijn twee helixen: oost en west. Ik doe alsof ik richting noorden kijk als ik voor de modelspoorbaan sta. Ook al hoeft dat in werkelijkheid natuurlijk niet zo te zijn. Bovenin de helixen moet in het midden de brug aangesloten worden. Dat is aan de ene kant een kwestie van aansluiten. Aan de andere kant (in mijn geval de oostkant) was het een kwestie van net zo lang passen en meten tot het allemaal precies goed uit kwam. Daar moet het immer sluiten. Dus dat heb ik een keer gelegd, niet goed gevonden, opgebroken, opnieuw gelegd, nog eens getest, weer niet goed gevonden en voor de derde keer gelegde. De derde keer was acceptabel en leverde geen rare ontsporingen of stroomonderbrekingen meer op.

Op deze detail foto zie je de westelijke helix. Je ziet dat er schroefdraden verticaal zijn gemonteerd om alle hellingen precies te kunnen afstellen: heel precies kan je zo afstellen wat je treinen nu wel en niet precies aan hellingen aankunnen. Daarvoor moet alles tijdelijk bedraad zijn. De blokken zijn al voorbereid, en tijdelijk bedraad, zodat overal doorgereden wordt. De definitieve bedrading volgt later. En als de hellingen precies zijn afgesteld wordt de ondersteunende functie overgenomen door vier houten staanders in het midden van elke helix, met kleine uitleggers onder de sporen. Die zijn in deze foto net gelijmd, dus overal zitten nog lijmklemmen op. De schroefdraden worden nu verwijderd, de lijmklemmen er af. En dan werken aan de defintieve bedrading, zodat er een werkende blokbeveiliging is.

Op deze foto zie je de westelijke helix, nog compleet in de lijmklemmen. En de oostelijke helix, waar de schroefdraden en lijmklemmen zijn verwijderd.

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Een testbank voor het wegverkeer

De drie modules

De drie modules voor het wegverkeer in aanbouw, gemonteerd op de testbank.

Ook bij het wegverkeer: Modules. De passeerplaats (op de foto in het midden) wordt een module met twee stopplaatsen en wat intelligentie, het bergstation wordt een module met stopplaats (links op de foto), het station in het dal wordt een module met een stopplaats (op de foto rechts). Alle stopplaatsen worden uitgevoerd als servo’s die een magneet voor het reedcontact van de auto’s wel of niet onder de auto bewegen.

Op de foto zie je de drie modules. Hier zijn de afzonderlijke modules al voor een deel opgebouwd. Elke module heeft de magneetband al geinstalleerd, de stopplaatsen op de goede plek, de reedcontacten (voor het signaalgeven als een auto passeert) ingebouwd in de passeerplaats. Alle drie de modules worden op een soort testbank gemonteerd, direct achter elkaar, voor het testen en afstellen van de servo’s en het inregelen van de “intelligentie”.

Voor de liefhebbers: De “intelligentie” is een S8 servo decoder van miniatuura.nl met bijbehorende input print. Zo kan je relatief makkelijk de servo’s tunen en aansturen.

het testcircuit in aanbouw

Om te weten of alles wel gaat rijden zoals ik wil, maak ik ook een testcircuit voor de autos. Ik wil met een Dremel 3.2mm frees een sleuf maken, houtlijm in de sleuf, en de magneetstrip vastdrukken in de sleuf met lijm. Daarna de rijbaan opschuren, afsmeren met vulmiddel, opnieuw opschuren, en dan verven. Maar dan moeten de autoos natuurlijk op het eindresultaat wel kunnen rijden. En je wilt niet je modules moeten opbreken omdat dat niet werkt. Vooraf testen op het testcircuit dus!

Ik ben dus nog niet klaar voor het tunen en testen, dat komt dus nog.

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Treinverkeer: De lus is gesloten!

de lus is dicht

Het is zo ver, na heel veel noeste arbeid, de lus voor het treinverkeer is gesloten. Je kunt het zien tussen de twee wokkels in, in het midden: De tijdelijke brug kan bereden worden. Het treinverkeer kan nu vanuit het station aan de ene kant omhoog, over de brug, aan de andere kan weer omlaag en dan terug het station in. Alle twee de richtingen uit. Dat heft even geduurd, maar het is zo ver.

De blokbeveiliging in de wokkels is nog niet gereed, dus ik moet nog even handmatig er voor zorgen dat ik geen twee treinen laat botsen. Het roestrijden is inmiddels gebeurd, de treinen rijden aardig door. Er zijn nog wel een paar plekken waar de treinen bijna altijd ontsporen of wagons verliezen, daar moeten nog heel wat testritjes en subtiele railbuigingen aan worden besteed. Ook het bijstellen van de hellingen op de schroefdraden, daar moet nog het nodige aan gebeuren om te zorgen dat de treinen de hellingen wel op kunnen en het een mooi glooiend geheel wordt: Nu zijn er nog wat steile en vlakke stukken niet helemaal in evenwicht.

Dus nu: Testritten, testritten, testritten, en subtiele tuning van de infra. Net zo lang totdat ik er voldoende vertrouwen in heb om aan de volgende stap te beginnen: Het wegverkeer er in. En parallel aan de testritten de wokkels onder blokbeveiliging brengen.

Kortom, de eerste ritten zijn gereden!

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Wegverkeer: Het principe

Op de baan gaat in de uiteindelijke vorm ook nog sprake zijn van wegverkeer dat echt moet gaan rijden. Op dit moment zijn een bus en een vrachtwagen voorzien die vanuit het hoofdstation in het dal naar het bergstation op de westelijke wokkel zullen gaan rijden.

Dit is gebaseerd op het faller car systeem, dat zijn autootjes die als maar door rijden en met een magneetje onder de sturende voorwielen een metalen draad volgen die onder het wegdek is weggewerkt. De accu en aandrijving zitten in het autootje zelf, zodat er dus geen voeding vanaf de baan nodig is.

Voor mijn baan maak ik geen gebruik van de standaard rijdraad die door Faller voorzien is, maar van een magneetstrip. Dit zorgt voor een sterkere aantrekkingskracht tussen het autootje en de te volgen koers: Autootjes die gebruik maken van de normale rijdraad raken nog wel eens “de draad kwijt”, en hobbelen zo volkomen autonoom en willekeurig van de baan af tegen het eerste beste obstakel aan.

De autootjes hebben ook een reed schakelaar, die met een magneet onder de baan open getrokken kan worden. Dan opent de schakelaar in de auto, en de auto stopt. Het is dus een kunst om op de juiste plekken in de baan beweegbare mageneten te verwerken, die je op afstand wel of niet onder de reedschakelaar van de auto kan bewegen. Magneet er onder, auto stopt. Magneet weer weg, auto rijdt weer door.

Met gebruikmaking van die principes heb ik dus bedacht dat de twee autootjes over 1 enkele rijdraad heen en weer gaan rijden. Op de stations komen de autoos stil te staan onder een beweegbare magneet. Met die magneet kan ik zelf, met een schakelaartje op het schakelpaneel, sturen wanneer een auto van het station vertrekt.

Het piece de resistance is een passeerplek: Omdat beide autoos over hetzelfde traject op en neer rijden, moet de auto die omhoog rijdt de auto die naar beneden rijdt kunnen passeren. Dus komt er een automatische passeerplaats, waar de autoos op elkaar wachten. Uiteraard automatisch gestuurd, zodat dit passeer process zonder handmatig ingrijpen gebeurt. Dat gaat er magisch uitzien!

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen