De filosofie achter digitaal bekabelen en de oude analoge bakebeling is radicaal anders. In de “oude” analoge opstelling zat de baan vol met ingenieuze analoge schakelingen, blokbeveiligingen, reed contacten en relais. Die kunnen er nu allemaal uit. Van logica in de bekabeling naar logica in de centrale units.
De boel gaat weer op zijn kant. Alle bekabeling wordt er uit gehaald, alle analoge zaken worden gestript. Ik werk van links naar rechts, dus aan de linkerkant ben ik al begonnen, de rechterkant moet er nog aan geloven.Een close up van de “oude” bekabeling, waar de logica nog in de bedrading zat. Dikke bundels kabels in allerlei kleuren, elk met hun eigen functie. Begin, eind en functie van ieder draadje nauwkeurig uitgestippeld.
Het is teveel gepuzzel voor te weinig winst, bovendien met teveel risico, om te proberen oude bekabeling te redden. Ik wil ook nog plus en min op de baan omdraaien: Bij digitaal moet de blokverdeling in de plus zitten, in de oude bekabeling zat die in de minus van de rail. Voor de rest zou een heleboel gepuzzel hier en daar twintig centimeter kabel opleveren dat je had kunnen redden. Met als risico dat je bij het puzzelen toch een vergissing maakt en daarna weer in de problemen komt. Kortom: Radicaal alles er uit, alles opnieuw er in.
Aan de bovenkant alles al gemerkt: Bij blauw moet een elektrische scheiding komen in de plus (voor de juiste plekken van de bezetmelding), bij rood moet er een separate rode voeding komen tussen baan en bezetmelder, bij bruin moet een minuskabel aangesloten worden.
In de nieuwe situatie: Waar komen de elektrische scheidingen te zitten (zitten die al op de juiste plek of moeten ze verplaatst), waar moeten de plussen worden aangesloten, waar moeten de minnen worden aangesloten. Later gaan we uitkienen welke rode kabel welke terugmelder wordt. Dat moet later allemaal netjes in iTrain geadministreerd worden.
Beginnen met digitaal rijden overweldigde ook mij in het begin, maar ik ben gewoon begonnen met een beginsetje en ben het diepe in geplonsd. Hoog-over naar digitaal rijden kijkend is dit wat ik geleerd heb.
Alles bij elkaar gaat het er om dat je dingen in je modelspoorbaan wilt bedienen. Die staan in dit schema bovenaan (roze). Uiteindelijk heb je daar instrumenten voor om mee te bedienen. Die staan in dit schema onderin (lichtgrijs). In het midden zit de centrale (zwart) met daar bovenop een laagje decoders (donkergrijs).
In het schema staat tussen haakjes een verwijzing naar het type apparatuur dat ik gebruik voor Molendal: De Z21 serie van Roco/Fleischman en iTrain op de computer.
Digitaal voor dummies
De dingen in de spoorbaan, bovenaan van links naar rechts: De treinen worden getrokken door locomotieven. Die locomotieven moeten toegerust zijn voor digitaal rijden (i.e. ze hebben een digitale decoder). Ze ontvangen en versturen hun signalen rechtsteeks via de rail naar de centrale.
Wissels, blokken (secties) en seinen kan je niet zomaar op de centrale aansluiten, daar moet een decoder tussen. Een apart soort decoder om wissels mee te sturen, een apart soort decoder voor de bezetmeldingen in de blokken (of secties), een apart soort decoder voor de seinen. Elk soort decoder communiceert met de dingen in de baan met de draadjes die normaal ook aan die dingen zitten. Die draadjes sluit je aan op de decoders. De verschillende soorten decoders hebben elk een eigen manier om met de centrale te spreken en dus hun eigen type bekabeling tussen decoder en centrale.
De centrale verzamelt alle signalen van de baan en stuurt signalen terug. De centrale moet ook bediend worden. Er zijn dus verbindingen nodig met bedien elementen. Ofwel via een kabel. In dit voorbeeld de X-bus bekabeling naar de multimaus. Ofwel draadloos via wifi naar een wireless multimaus, een tablet of smartphone of een computer. Handig trouwens dat bij ze Z21 een van te voren geconfigureerde router mee geleverd wordt. Aansluiten en klaar! Voor de tablet en de smartphone moet de juiste app gekozen worden, voor de computer gebruik ik het stuurprogramma iTrain, maar er zijn veel meer mogelijkheden. Kwestie van smaak.
In de app en in het computerprogramma moeten de baan en de locomotieven beschreven worden. In de apps kan dat nog redelijk eenvoudig blijven, binnen iTrain wordt het een stuk complexer. De mogelijkheden met een programma als iTrain zijn dan ook veel en veel uitgebreider dan met een app. Blokbeveiliging, automatisch rijden, snelheidsregeling op verschillende plekken, rijwegen instellen, al dat soort dingen kent de app niet, maar het computerprogramma wel. Om dat goed werkend te krijgen moet je wel stevig aan de slag met dat programma. Maar dat is voor een andere keer.
De demo baan is nu helemaal klaar, op blokbeveiliging na. Daar moet ik nog een bezetmelder module voor aanschaffen en implementeren in de demo baan en in de software, zodat ik kan experimenteren met een volledig beveiligde baan. Komt later. Voor nu is de demo baan klaar.
De echte baan was alweer helemaal hersteld: Alle overbodige helixen weg, overbodige bedrading is verwijderd, overbodige blokmodules verwijderd, de baan weer “compleet” gemaakt met rail achterin waar vroeger de helixen zaten, zodat er weer helemaal gereden kan worden. En dat rijden heb ik weer volop gedaan met mijn zwaarste analoge treinen, zodat alle corrosie weer is weg gereden en alles weer prima contact maakt.
En dan is het tijd voor het grote experimenteren: Zou er ook digitaal gereden kunnen worden op de hoofdbaan? Ik heb de bekabeling achter de twee huidige trafo’s losgemaakt en met een geimproviseerde kabel verbonden met de Z21 centrale op de demo baan. Theoretisch zou dan alle rail op de hoofdbaan gevoed moeten worden via de digitale centrale. Knop om en …. geen rookwolken of vonken. Dat is al heel bemoedigend. Dan het eerste digitale setje (de railbus) op de rail en kijken of het werkt.
Rechts (op het groene bord) de demobaan. Links (met de blauwe achtergrond) de eigenlijke baan. Wie goed kijkt ziet in het station al de digitale railbus staan en de NS2400 met een rijtje erts wagons. Tussen de demo baan en de hoofdbaan loopt (zichtbaar voor de witte deuren van de kastjes) de tijdelijke bedrading van de Z21 in de demobaan naar de hoofdbaan.
De railbus is prima bestuurbaar en draait keurig en beheerst zijn rondjes. Alle codes (licht, geluid) werken zoals het hoort. Alles maakt prima contact, ook al zijn er een paar plekjes waar het geluid wegvalt. Dan hetzelfde proberen met mijn NS2400. Ook dat loopt lekker. Dan een serie wagons koppelen aan de 2400. Dat wordt ook zonder sputteren getrokken, tot zes wagons. Meer wagons wordt doorslippen.
Kortom, alles lijkt digitaal ook goed te gaan op de bestaande baan. Aan de ene kant jammer, dan heb ik geen excuus om alle rail opnieuw te leggen. Afgelopen dagen had ik het snode plan om helemaal overnieuw te beginnen. Met alle verbouwingen zijn er hier en daar meer snedes gemaakt in rail dan er in de toekomst nodig zijn, onlogischer ondersteunende constructies ontstaan dan in de toekomst nodig zijn, kabelwegen niet zo strak geworden als ze kunnen zijn, rail niet zo strak gelegd als je eigenlijk zou willen. Dus in het uiterste geval had ik het plan om alles maar dan ook alles, tot en met het frame zelf, helemaal opnieuw van scratch af aan op te bouwen. Het banenplan zou hetzelfde blijven of opnieuw hetzelfde worden. Nu alles lijkt te functioneren (ok, hier en daar met een klein hobbeltje) heb ik daar eigenlijk nauwelijks een excuus voor.
Om te beginnen: Ik ga digitaal. Ja, buitengewoon kostbaar. Maar het rijdt op de demobaan zo heel erg mooi. Dat wil ik ook op de “echte” baan. En ik blijf bij een breedte van 1m80, er wordt niet uitgebreid in de breedte. Meer breedte dan dit heb ik niet nodig om een attractieve baan te maken en op deze manier blijft de baan “verhuisbaar” als het er op aan komt.
Na het verwijderen van de twee helixen is er ook een heleboel bedrading overbodig geworden. Die moet dus verwijderd worden. Een aantal blokbeveiligings modules ook, want er zijn nu immers minder blokken. Een mooie gelegenheid om hier te laten zien hoe het geheel gekanteld kan worden om aan de “onderkant” te werken.
Zo ziet dat er dus uit. Je trekt het hele frame naar je toe, je licht de voorkant op en kantelt het op de achterkant. En zo kan je rustig aan de “onderkant” werken zonder onder de tafel te hoeven liggen. En zo dus op het gemakje de overtollige bedrading en blokmodules verwijderd. Er zal trouwens wel een ingrijpende herstructurering moeten plaatsvinden als helemaal wordt omgebouwd naar digitaal: De besturings principes zijn zodanig radicaal anders dat er denk ik grootschalig opnieuw bedraad moet worden.
Ik heb besloten op 1m80 breed te blijven. Als alles digitaal werkt zoals het hoort zou dat genoeg plezier moeten opleveren.
Met het verwijderen van beide helixen en de brug in het midden is er een gat ontstaan tussen de westelijke en oostelijke kant van de baan aan de achterkant. Die heb ik inmiddels ook weer voorzien van rail, zodat het spoor weer compleet is. Dat staat nu in de lijmklemmen.
De volgorde nu wordt: eerst veel roestrijden met de bestaande analoge locs. Als dat lekker werkt eens kijken of ik de aansluitingen voor rijstroom vanaf de huidige snelheidsregelaars kan vervangen door een aansluiting op de digitale demobaan. En dan eens kijken of de digitale locs ook in hun element zijn op de hoofdbaan. Ik ben benieuwd.
In één weekeind voor elkaar gekregen. Wat ik heb aangeschaft (beginset Fleischman 931902 en een Roco wisseldecoder 10836) heb ik in een vorig berichtje al gemeld. Ik heb alles gemonteerd op de plaat hout die ik er voor aangeschaf heb. Eerst de baan, dan de Z21, dan de multimaus aansluiten. Dan komt het grote moment: Gaat de digitale locomotief rijden? En jawel, keurig netjes en heel beheerst. Niet dat onbehouwen aan/uit dat ik ken van de analoge baan, maar keurig beheerst optrekken en remmen.
Dan is het tijd om ook de wissels en de decoder aan te sluiten. Omdat ik dat allemaal netjes op de plaat wil hebben gaat daar wat tijd overheen: Er moeten hier en daar kabeltjes verlengd worden, dus er wordt gesoldeerd. Het moet allemaal keurig recht, zodat je duidelijk kunt zien wat wat is. Netjes alle kabels op lengte, netjes in de contacten geschroefd. En dan opnieuw: Gaat het zomaar werken?
Opnieuw succes: De wissels zijn met de multimaus bedienbaar als W001 en W002. Nog even ompolen, want rechtuit en afbuigen heb ik verwisseld, maar dat is nu ook gecorrigeerd.
Nu nog te doen? Een tweede digitale locomotief, want het leuke van digitaal rijden is juist dat je met meerdere treinen op hetzelfde spoor kan rijden. Misschien een experimenten met het programmeren van de loc en wissels, want alles is nu vers-uit-de-doos fabrieksinstellingen. Dat werkt prima, maar de sport is natuurlijk zelf programmeren.
Daarna staat op het verlanglijstje dat er ook iets met blokbeveiliging gedaan moet worden Of ook iets met wifi en een tablet. Of allebei. Zo blijft er nog wat te wensen over.
Ik realiseer me dat ik nog niet heb verteld over de nieuwe draagconstructie. Die lelijke tafel met al die losse rommel er onder is een tijdje geleden al vervangen. Eigenlijk zo simpel als wat.
Van IKEA drie basiselementen van de kast BESTA, 60cm breed en ca 40 cm diep. Dat is precies 1m80 breed. Mooie deurtjes er op, plankje er in. De achterkant vervangen door een 12mm plaat precies op de goede maat gezaagd. Het kastje is als je het in elkaar zet volgens de instructie net niet diep genoeg voor de IKEA SAMLA bakken die ik in het kastje wil zetten voor het netjes opbergen van gereedschap en zo. Met een achterplaat die je tegen het kastje aan schroef past dat precies en is het kastje ook nog net iets steviger. Alles netjes opgeruimd.
drie basiselementen van IKEA BESTA van 60 cm naast elkaar, net diep genoeg voor bakken met gereedschap.
Dan keurig op maat laten zagen bij Gamma: Een plaat 18mm (het moet lekker stevig), 180cm breed als dragende achterkant en een plaat 18mm en 80cm diep als tafelblad. Aan de voorkant rust het tafelblad op de ikea kastjes, aan de achterkant op klosjes die op de achterplaat zijn geschroefd. Oerstevig. Nog mooi afwerken met viltjes en zo, dat het niet schuurt op de muur of de grond, en klaar is kees.
Het principe van de tafelblad constructie: De voorkant van het tafelblad wordt gedragen door de kastjes (hier voor de duidelijkheid niet afgebeeld), de achterkant van het tafelblad door klosjes die op de dragende achterplaat zijn geschroefd.
Zo staat het frame van de baan nog steeds los op de tafel en kan ik de hele baan naar me toe trekken, 90 graden kantelen en aan de onderkant aan de bedrading werken. Ideaal.
Nu is het hele spul 180cm breed. Als ik naar 240cm ga moet er dus een kastje bij (past dan precies), ook met een nieuwe achterkant voor dat kastje, een nieuwe dragende achterkant voor de tafel en een nieuw tafelblad. Wel ingrijpend, maar wie weet, toch de moeite waard. Ik denk er nog even over na.
Alles bij elkaar, met de verbouwing uit het vorige bericht, sta ik op een punt om nog meer ingrijpende beslissingen te nemen.
Ga ik digitaal of blijf ik analoog? Digitaal trekt me toch ook wel. Functioneel gezien is de noodzaak niet zo groot. De functionele voordelen zijn start/stop gedrag van de treinen en reduceren van bedrading. Het optrek- en rem-gedrag van de treinen is nogal hoekig, die knallen van nul naar topsnelheid en weer terug. Dat moet mooier kunnen. En de hoeveelheid bedrading en analoge stuur electronica onder de baan is behoorlijk. En natuurlijk: Digitaal rijden is een leuke nieuwe uitdaging. 🙂
Een mooie egale groen gespoten plaat als ondergrond voor de digitale demo baan
Om mezelf een beetje vertrouwd te maken met het digitale rijden heb ik een simpel startsetje gekocht. Een ovaaltje met een goederentrein. Ik wil behalve treinen ook wissels sturen, dus ik heb het setje uit de voorraad aangevuld met wissels en wat rail en in de winkel met een wisseldecoder. Dat alles ga ik op een vaste plaat monteren, zodat ik een demo baantje heb waarop ik naar hartelust kan experimenteren. Ik ben benieuwd. Enne, jah …. digitaal is wel rete duur. Maar goed.
Digitaal beginsetje, een wisseldecoder en nog wat spulletjes. Monteren maar!
Blijft het 1m80 of ga ik naar 2m40? Dit is een mooie gelegenheid om, als ik toch ingrijpend aan het verbouwen ben, eens te kijken of ik er niet nog een blok van 60 cm in de breedte bij kan smokkelen. Dan moet ik echt helemaal overnieuw beginnen. De kasten onder de baan moeten met een extra kast van 60cm breed worden aangevuld. De draagconstructie (zeg maar de “tafel” waar de baan los op ligt) moet vervangen worden, want die is nu dus te smal. Dan moet er een nieuw frame gemaakt worden en moet ik eigenlijk helemaal van voor af aan opnieuw beginnen. Maar ja, dan heb ik weer wel meer ruimte voor mooie dingen.
Nou ja, niet echt te ingewikkeld. Maar door die helixen kan ik nergens meer bij. De panelen aan de zijkanten, de panelen bovenop, dat worden allemaal zware constructies die te zwaar zijn om vaak verwijderd te moeten worden. Vooral het paneel bovenop. Alle zorgvuldigheid en automatisering ten spijt: De experimenten wijzen uit dat er nog al eens ontsporingen of haperingen plaatsvinden in het treinverkeer die maken dat je er even met de hand bij moet kunnen.
In dat paneel bovenop zitten ook electrisch aan te sturen elementen (zoals de stopplaatsen voor het autoverkeer). Daar moeten lange en ingewikkelde kabelwegen voor gevonden worden en dat lukt allemaal niet meer. Ik ben nog niet eens begonnen met nadenken over hoe ik dat verwijderbare bovenpaneel electrisch aangesloten krijg op het hoofdframe. Dus ik heb besloten de helixen te verwijderen en op twee niveaus te gaan werken: Het stationsniveau en het schaduwstation niveau. Misschien dat aan de achterkant van de baan nog een stukje verhoogd komt, maar dat komt later wel.
Before . . .
Slopen dus! Ik heb weer een heleboel stofbende gemaakt. Eerst alle bekabeling van de helix oost losknippen en netjes bundelen (zodat ik het straks, als de helix weg is en de rust is weergekeerd, weer netjes kan oprooien). Dan als het gips en purschuim verwijderen dat een berglandschap had moeten worden. Daarna de helix zelf verwijderen tot op stations niveau. Veel breekwerk en vooral het gips creeert veel stof. Rails vallen er nauwelijks te redden. Hier en daar een segmentje, maar daar houdt het mee op. De brug in het midden is inmiddels al half gesloopt, nu het oostelijke brughoofd. En dan hetzelfde voor de westelijke helix.
After.
Pfew, veel vuilniszakken vol, nog een paar 50L bakken met gesloopte segmenten. Alles bij elkaar een heleboel stof, afval en ook helaas … kapitaalvernietiging. Maar ja, het was allemaal nodig om tot nieuwe inzichten te komen.
O ja, in de “after” foto zie je dat de zijpanelen nog eventjes zo hoog blijven als ze waren. Straks, als er een “vlak” middenpaneel voor het landschap ontstaat, dan breng ik de zijkanten ook weer op hoogte. Maar nu nog even niet, want ik weet nog niet precies hoe hoog het allemaal wordt.
Tijd om weer eens iets te doen aan de achtergrond. De achtergrond wordt geplakt op een paneel dat ik aan de achterkant van de baan omlaag kan laten zakken, maar ook weer weg kan halen. Dan kan ik, als de baan verzet wordt en de achtergrond verwijderd, aan de achterkant van de baan werken. En ook op mijn gemak aan de achtergrond werken, zonder dat de voorgrond in de weg zit.
Hier is het achtergrondpaneel verwijderd (alle andere panelen trouwens ook). Zo kan ik mooi langs de achterkant van de modelspoorbaan werk aan onder andere de achtergrond.
Eerst een paneel maken dus dat je netjes langs de achterkant kunt laten zakken. Op de achtergrond had ik eerst een achtergrondfoto van Faller geplakt zitten, maar die was niet in de goede schaalgrootte. Vanaf de weg in N-schaal keek je zo tegen een grasveld op de achtergrondfoto aan, dat bestond uit grassprieten die in die schaal wel elk anderhalve meter lang en veel te dik leken. Niet goed dus. Die achtergrond heb ik weer verwijderd. Ik heb een nieuwe achtergrond van Faller gebruikt. Bij nader inzien was die ook niet goed. Om te beginnen verbeeld Molendal een plaatsje ergens tussen 1920 en 1950. Op de achtergrond waren, als je het wist, grote industriele gebouwen te zien en zelfs een kerncentrale die in dat tijdvak niet thuis horen. Bovendien was die achtergrond zes centimeter te kort. Dat compenseren door het landschap zes centimeter op te hogen met bomen of zo is niet realistisch. Dus die achtergrond heb ik ook weer verwijderd.
De modelspoorbaan staat tijdelijk even op een tafel, dan kan ik langs de achterkant het achtergrondpaneel weghalen en vlak neerleggen waar de baan normaal staat. Hier ben ik bezig met het verwijderen van de achtergrondfoto poging nummer twee.
Dat verwijderen is een klus op zich, dat moet heel zorgvuldig gebeuren. Net als het plakken van de achtergrondfotoos zelf. Ik heb dat gedaan met behangplaksel. Daarmee moet je erg oppassen voor luchtbellen, want de achtergrondfoto neemt wat vocht op. De fotoos van faller hebben een rug van wat zachter papier, maar een laag met opdruk die vrij stevig is. Mooi, want dan kan je, heel voorzichtig, de opdruk los trekken van de achtergrond. Dat heb ik nu twee keer gedaan en heel veel geschuurd. Schuren om de luchtbellen weg te krijgen en alles netjes vlak te krijgen. Nu zit er een laag lichtblauwe verf op. Ik heb een nieuwe (ja, alweer mijn derde) achtergrond van Volmer klaar liggen. Ik weet nog niet of ik die ga gebruiken, want de blauwe verf pakt redelijk goed uit. Eens kijken wanneer ik klaar ben met schilderen.
Nu de techniek op een haar na geveld is, wordt het tijd om me druk te gaan maken over de bouw van het landschap. Ik heb besloten dat een ondergrond van purschuim met een klein laagje gips er overheen het beste is. Purschuim is licht, stevig, makkelijk te bewerken en een goede ondergrond voor de afwerklaag van gips. Dus we beginnen met het purschuim.
Na het spuiten, nog voor het bijsnijden, lijkt alles één grote witte klodder. Dat komt na het bijsnijden weer goed.
De eerste stap is een soort “containers” maken voor het purschuim dat je wilt spuiten. Ik wil niet de hele boel onder spuiten met schuim, want als het eenmaal gehecht is krijg je het moeilijk weg. De “containers” moeten er voor zorgen dat het gespoten schuim niet komt op plekken waar je het niet hebben wilt, zoals op rails en binnenin tunnels en zo. Bovendien probeer ik de boel wel een stevige ondergrond te geven, maar niet een overdaad aan materiaal te gebruiken. Vergelijk het met afplakken voordat je grote oppervlakken gaat schilderen: Bescherm delen die je schoon wilt houden met een overlap aan bijvoorbeeld papier of plastic. Purschuim zet flink uit na het spuiten met een kleine kracht. De “containers” hoeven dus niet compleet gepantserd te zijn, maar ze moeten wel een zekere stevigheid hebben. Een klein lek mag best, maar lekken moeten niet zo groot zijn dat al het materiaal bij het spuiten weg lekt. Denk vooral ook aan het afschermen van rail, tunnelmonden en tunnels. Ook moeten de containers elk een paar aanhechtpunten hebben voor het schuim, zodat het ergens aan vast komt te zitten en niet los van de constructie af valt.
Ik moet er rekening mee houden dat het landschap in delen verwijderd moet kunnen worden om later nog bij gestrande treinen en kapotte techniek te moeten kunnen. Ik moet er dus voor zorgen dat ik het purren ook in delen doe, die niet aan elkaar vast gepurd zitten. Een stevig kartonnetje tussen de te spuiten delen is al genoeg om te voorkomen dat alles aan elkaar vast komt te zitten. Wel iets om rekening mee te houden!
Dan het spuiten zelf. Zorg dat je wegwerp handschoenen aan hebt en de vloer beschermt, want misschien ga je knoeien. En het is venijnig spul om van ongewenste plekken weg te krijgen. Maak de oppervlakken waar het schuim aan moet hechten zo goed mogelijk stofvrij, anders hecht het schuim niet. Check nog even of alle oppervlakken waar het schuim niet aan moet hechten goed zijn afgedekt. Spuit in alle hoeken en gaten binnen je containers en werk zo van binnen naar buiten, zodat je solide massa’s schuim krijgt als het spul uithardt. Het harden gaat vrij snel totdat het niet meer wegvloeit, maar ook weer niet zo hard dat je al te hoge dingen kunt spuiten zonder dat ze uitlopen. Even experimenteren dus. Het spul zet flink uit, maar spuit maar lekker royaal, bijsnijden komt later. Hier en daar zal het misschien weglekken uit de containers: Probeer die dingen die je schoon wilt houden ook schoon te houden, maar weglekken of uitzetten buiten het bedoelde gedeelte is niet heel erg, bijsnijden komt later. Ik heb een stuk of vijf kleine spuitbussen leeg gespoten. Het is vaak moeilijk om een aangebroken spuitbus na een aantal dagen opnieuw te gebruiken, dus ik spuit liever een aantal kleine bussen leeg dan dat ik na een paar dagen een halfvolle grote spuitbus moet weggooien omdat de spuitmond verstopt zit.
En dan uit laten harden. Geduld is een schone zaak, zeker als je “diepe” containers hebt gemaakt. Aan de buitenlucht hardt het spul snel uit, maar binnenin kan het nog lange tijd klef blijven, en dan kan je moeilijk snijden. Rustig afwachten dus, ik hou minimaal 48 uur aan.
En dan ziet het er allemaal uit als een grote witte klodder, zie de foto. Niet erg, komt goed. Tijd om bij te snijden. Voor het bijsnijden zijn geen dure gereedschappen nodig: Ik gebruik een nieuw aardappelmesje van de supermarkt, twee voor een euro. Bijsnijden gaat in twee etappes: Functioneel en visueel.
In het functionele bijsnijden haal je zoveel purschuim weg als nodig is om alles weer werkend te krijgen en die delen die je schoon wilt hebben weer schoon te krijgen. De treinen moeten weer kunnen rijden, ongehinderd door klodders pur. Dat geldt ook voor de autoos en natuurlijk moeten alle tunnels (weer) vrij zijn. Snij alleen zoveel weg als nodig is om de boel weer werkend te krijgen, maar niet meer dan dat. Laat zoveel mogelijk schuim zitten.
Dan komt het visuele tweede deel van het bijsnijden, het creatieve gedeelte. Snij van het purschuim dat nu nog resteert een mooi landschap. Zorg er voor dat je de blikvangers straks weer kunt zien, dat er horizontale vlakken zijn waar later gebouwtjes op kunnen komen te staan, dat er weggetjes zichtbaar worden, dat verticale vlakken gereed zijn voor het beplakken met muurplaten of rotswanden, dat soort dingen. Laat je fantasie de vrije loop en snij een mooi landschap uit. Let er op dat alles nog niet perfect hoeft te zijn. Gaatjes mogen nog, niet alles hoeft perfect aan te sluiten. Het purschuim is immers niets meer dan een (solide) drager voor de dunne laag gips die er nog overheen moet. Hou er dus ook rekening mee dat alles nog een paar millimeter dikker zal worden.
Een heel gedoe, maar het geeft wel veel resultaat in weinig tijd. En dus voldoening. Leuk dus. En zo is de draagconstructie voor het landschap gereed.