Purschuim, de draagconstructie voor het landschap

Nu de techniek op een haar na geveld is, wordt het tijd om me druk te gaan maken over de bouw van het landschap. Ik heb besloten dat een ondergrond van purschuim met een klein laagje gips er overheen het beste is. Purschuim is licht, stevig, makkelijk te bewerken en een goede ondergrond voor de afwerklaag van gips. Dus we beginnen met het purschuim.

Na het spuiten, nog voor het bijsnijden, lijkt alles één grote witte klodder. Dat komt na het bijsnijden weer goed.

De eerste stap is een soort “containers” maken voor het purschuim dat je wilt spuiten. Ik wil niet de hele boel onder spuiten met schuim, want als het eenmaal gehecht is krijg je het moeilijk weg. De “containers” moeten er voor zorgen dat het gespoten schuim niet komt op plekken waar je het niet hebben wilt, zoals op rails en binnenin tunnels en zo. Bovendien probeer ik de boel wel een stevige ondergrond te geven, maar niet een overdaad aan materiaal te gebruiken. Vergelijk het met afplakken voordat je grote oppervlakken gaat schilderen: Bescherm delen die je schoon wilt houden met een overlap aan bijvoorbeeld papier of plastic. Purschuim zet flink uit na het spuiten met een kleine kracht. De “containers” hoeven dus niet compleet gepantserd te zijn, maar ze moeten wel een zekere stevigheid hebben. Een klein lek mag best, maar lekken moeten niet zo groot zijn dat al het materiaal bij het spuiten weg lekt. Denk vooral ook aan het afschermen van rail, tunnelmonden en tunnels. Ook moeten de containers elk een paar aanhechtpunten hebben voor het schuim, zodat het ergens aan vast komt te zitten en niet los van de constructie af valt.

Ik moet er rekening mee houden dat het landschap in delen verwijderd moet kunnen worden om later nog bij gestrande treinen en kapotte techniek te moeten kunnen. Ik moet er dus voor zorgen dat ik het purren ook in delen doe, die niet aan elkaar vast gepurd zitten. Een stevig kartonnetje tussen de te spuiten delen is al genoeg om te voorkomen dat alles aan elkaar vast komt te zitten. Wel iets om rekening mee te houden!

Dan het spuiten zelf. Zorg dat je wegwerp handschoenen aan hebt en de vloer beschermt, want misschien ga je knoeien. En het is venijnig spul om van ongewenste plekken weg te krijgen. Maak de oppervlakken waar het schuim aan moet hechten zo goed mogelijk stofvrij, anders hecht het schuim niet. Check nog even of alle oppervlakken waar het schuim niet aan moet hechten goed zijn afgedekt. Spuit in alle hoeken en gaten binnen je containers en werk zo van binnen naar buiten, zodat je solide massa’s schuim krijgt als het spul uithardt. Het harden gaat vrij snel totdat het niet meer wegvloeit, maar ook weer niet zo hard dat je al te hoge dingen kunt spuiten zonder dat ze uitlopen. Even experimenteren dus. Het spul zet flink uit, maar spuit maar lekker royaal, bijsnijden komt later. Hier en daar zal het misschien weglekken uit de containers: Probeer die dingen die je schoon wilt houden ook schoon te houden, maar weglekken of uitzetten buiten het bedoelde gedeelte is niet heel erg, bijsnijden komt later. Ik heb een stuk of vijf kleine spuitbussen leeg gespoten. Het is vaak moeilijk om een aangebroken spuitbus na een aantal dagen opnieuw te gebruiken, dus ik spuit liever een aantal kleine bussen leeg dan dat ik na een paar dagen een halfvolle grote spuitbus moet weggooien omdat de spuitmond verstopt zit.

En dan uit laten harden. Geduld is een schone zaak, zeker als je “diepe” containers hebt gemaakt. Aan de buitenlucht hardt het spul snel uit, maar binnenin kan het nog lange tijd klef blijven, en dan kan je moeilijk snijden. Rustig afwachten dus, ik hou minimaal 48 uur aan.

En dan ziet het er allemaal uit als een grote witte klodder, zie de foto. Niet erg, komt goed. Tijd om bij te snijden. Voor het bijsnijden zijn geen dure gereedschappen nodig: Ik gebruik een nieuw aardappelmesje van de supermarkt, twee voor een euro. Bijsnijden gaat in twee etappes: Functioneel en visueel.

In het functionele bijsnijden haal je zoveel purschuim weg als nodig is om alles weer werkend te krijgen en die delen die je schoon wilt hebben weer schoon te krijgen. De treinen moeten weer kunnen rijden, ongehinderd door klodders pur. Dat geldt ook voor de autoos en natuurlijk moeten alle tunnels (weer) vrij zijn. Snij alleen zoveel weg als nodig is om de boel weer werkend te krijgen, maar niet meer dan dat. Laat zoveel mogelijk schuim zitten.

Dan komt het visuele tweede deel van het bijsnijden, het creatieve gedeelte. Snij van het purschuim dat nu nog resteert een mooi landschap. Zorg er voor dat je de blikvangers straks weer kunt zien, dat er horizontale vlakken zijn waar later gebouwtjes op kunnen komen te staan, dat er weggetjes zichtbaar worden, dat verticale vlakken gereed zijn voor het beplakken met muurplaten of rotswanden, dat soort dingen. Laat je fantasie de vrije loop en snij een mooi landschap uit. Let er op dat alles nog niet perfect hoeft te zijn. Gaatjes mogen nog, niet alles hoeft perfect aan te sluiten. Het purschuim is immers niets meer dan een (solide) drager voor de dunne laag gips die er nog overheen moet. Hou er dus ook rekening mee dat alles nog een paar millimeter dikker zal worden.

Een heel gedoe, maar het geeft wel veel resultaat in weinig tijd. En dus voldoening. Leuk dus. En zo is de draagconstructie voor het landschap gereed.

Dit bericht is geplaatst in Uncategorized. Bookmark de permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *