Tja, mijn modelspoorbaan moet een naam hebben. Molendal is het geworden. Dit is niet het eerste Molendal waar ik aan begin. Eerder ben ik ooit begonnen aan naamloze modelspoorbanen, en ook een paar keer aan een Molendal. Die zijn allemaal nooit af gekomen. Voor zover een modelspoorbaan ooit af kan zijn trouwens.
Alle voorgaande keren was het een onderneming op schaal H0 (half-nul), 1:87. Dat is de meest gangbare schaal waarin het meeste materiaal te krijgen is. Dat resulteert in een heel groot aanbod en over het algemeen erg robuust materiaal en materieel. Dit keer heb ik gekozen voor schaal N, 1:160. Twee keer zo klein dus eigenlijk. Alles is veel priegeliger, kleiner. Maar ook kwetsbaarder. Dus veel meer werken op de vierkante centimeter. Wel met als heel groot voordeel dat je op de zelfde oppervlakte die je nodig zou hebben voor een H0 modelbaan nu veel meer je fantasie de vrije loop kunt laten: Je kunt er domweg twee keer zoveel op kwijt.
Dit Molendal is ook alweer de tweede versie. De vorige, ook in N, heb ik halverwege weer afgebroken en ben weer helemaal opnieuw begonnen. Daar over later meer. Dit Molendal staat op een frame van 80 x 180 cm. Niet erg groot dus, maar ik ga het wel vol pakken met techniek en snufjes. Daar hou ik van, en het is ten slotte een hobby. Het landschap is vrij simpel: Ik wilde in het midden een stationnetje hebben. En dan een berglandschap. De rijweg tussen twee stops op hetzelfde station moet een behoorlijke lengte hebben, zodat treinen lekker lang onderweg zijn. En zo is het idee geboren voor een station in de voorgrond, en aan de linkerkant en rechterkant een helix met een aantal verdiepingen met een brug er tussen. De bedoeling is dat hier een daar de trein natuurlijk zichtbaar is. Vooral in het station en op de brug tussen de helix-omhoog en de helix-omlaag. Maar misschien ook nog wel op een paar plekken halverwege, dat moet ik nog even bekijken.
Er wordt in principe rechts gereden: Dubbelspoor dus, en spoor wordt niet in twee richtingen bereden. Maar treinen moeten wel om kunnen draaien. Dus onder beide helixen (is dat het juiste meervoud?) is aan elke kant een keerlus verstopt. Bij het uitrijden van het centrale station kan de trein dus kiezen voor rechtdoor de helix in omhoog, dan weer omlaag, en dan in dezelfde richting weer inrijden. Of kiezen voor de keerlus in, onder de helix keren, en dan tegengesteld aan de vertrekrichting weer terug het station in.
En dan moeten er ook nog treinen uit het zicht kunnen worden opgesteld, om op afroep beschikbaar te zijn. Onder het station is dus, opgenomen in de linker keerlus, een schaduwstation met drie opstelsporen verstopt. Dat schaduwstation zit vrij ingenieus in elkaar, maar daarover later meer.
En zo moet Molendal worden.